Er wordt veel, heel veel, geld besteed aan het opvangen van de gevolgen van de Coronacrisis. Zowel nationaal als op EU-niveau lopen de uitgaven gigantisch op. Om zoveel mogelijk de bestaande bedrijven levensvatbaar te houden; met loonsubsidies of door ze te compenseren voor verlies van omzet. De schuldgroei die hier een gevolg van is, doet alle afspraken die ooit zijn gemaakt rond de euro verbleken en die schulden komen uiteindelijk op het conto van de burger.

Daarbij speelt de hoogte van de rente een grote rol: is die rente hoog dan wordt de schuld onbetaalbaar. Goed nieuws: de rente is laag en blijft laag (zo is de algemene verwachting) dus deze schuld brengt niet de gebruikelijke, hoge lasten met zich mee en is daarmee niet de molensteen die het in het verleden zou zijn geweest.

Op Europees niveau komt daar nog bij dat de ECB (Frankfurt) staatsleningen opkoopt en op die manier extra geld bijdrukt, alleen nu zonder dat het de inflatie verhoogt. Een situatie die we ons 20 jaar geleden niet konden voorstellen.

De steun heeft, in ieder geval voorlopig, gezorgd voor een laag aantal faillissementen en wellicht ook voor bedrijven die zonder die hulp later alsnog omvallen. Mogelijk is een langere tijd steun nodig (zoals al gegeven wordt door het uitstellen en gespreid betalen van belastingen).

Maar met een vaccin in aantocht en een hoog spaarsaldo bij een groot deel van de bevolking zou de groei wel eens een ongekende herstart kunnen krijgen in 2021.